Bij ontslag krijgt u een financiële vergoeding van uw werkgever. Dit heet de transitievergoeding. Voorwaarde is dat het initiatief om het dienstverband te beëindigen of niet voort te zetten bij uw werkgever ligt. Dit geldt voor zowel vaste als tijdelijke werknemers.

Recht op een vergoeding bij ontslag

Wil uw werkgever u ontslaan? Dan heeft u recht op een transitievergoeding. Dit geldt ook als uw tijdelijke contract niet wordt verlengd. U heeft ook recht op een transitievergoeding als u zelf ontslag neemt of een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet verlengt, wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werkgever.

U kunt de transitievergoeding gebruiken voor scholing om de overstap naar een andere baan makkelijker te maken. U bent echter niet verplicht om de vergoeding hiervoor te gebruiken.

Hoogte transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding als u wordt ontslagen hangt af van uw maandsalaris en de duur van het dienstverband. De vergoeding is per 1 januari 2020  maximaal € 83.000 bruto. Als uw jaarsalaris hoger is dan € 83.000, is de vergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris. In 2021 is de maximale transitievergoeding € 84.000,-

Uitbetaling transitievergoeding

De wet regelt niet wanneer de transitievergoeding dient te zijn betaald. Wel staat in de wet dat u recht heeft op wettelijke rente. Dit recht gaat in vanaf één (1) maand na het einde van de arbeidsovereenkomst. De werkgever doet er dus verstandig aan om voor die tijd de transitievergoeding te hebben betaald.
 
Betaalt de werkgever de transitievergoeding niet? Dan dient u een claim in bij de rechter over het niet-betalen van de transitievergoeding. Dit doet u binnen drie (3) maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst. 

Geen recht op een transitievergoeding bij ontslag

In de volgende gevallen heeft een werknemer geen recht op een transitievergoeding:

  • u bent ontslagen door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door uzelf;
  • bij uw ontslag bent u nog geen 18 jaar en u heeft gemiddeld niet meer dan 12 uur per week gewerkt;
  • u bent ontslagen omdat u de AOW-leeftijd of andere pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
  • uw werkgever is failliet, heeft uitstel van betaling (‘surseance van betaling’) of de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen is van toepassing op de werkgever;
  • in uw cao is een voorziening voor een transitievergoeding opgenomen bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen;
  • als u een volgend tijdelijk contract bent aangegaan vóór het (van rechtswege) eindigen van een tijdelijk contract. Voorwaarde daarbij is dat het nieuwe contract na maximaal zes (6) maanden ingaat na het eindigen van het vorige contract (en tussentijds kan worden opgezegd);
  • als uw werkgever u een gelijkwaardig contract aanbiedt voordat uw tijdelijk contract afloopt;
  • als uw werkgever u aanbiedt uw tijdelijk contract te verlengen, voordat dat contract afloopt. Het maakt niet uit of u het aanbod accepteert.

Vergoeding bij ernstige verwijtbaarheid van uw werkgever

Is uw ontslag ernstig te verwijten aan uw werkgever? Dan kan de kantonrechter een aanvullende vergoeding toekennen bovenop de transitievergoeding.

Previous Story

Termijnen in het arbeidsrecht

Next Story

Vaststellingsovereenkomst

Latest from Arbeidsrecht | Gerelateerde Expertises

Senior Executives

Om excellente financiële resultaten te bereiken, dienen de centrale managementfuncties binnen een onderneming optimaal te functioneren.…

Internationale Mobiliteit

VAN LEEUWEN LAW FIRM adviseert over het hele scala aan internationale mobiliteitsvraagstukken, waaronder: alle administratieve formaliteiten:…