/

De Franse wetsgeschiedenis inzake het onderzoek van de telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten

In Frankrijk bestond er lange tijd geen wettelijke grondslag voor het Onderzoek van de Telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten. De Taps in het Kader van de Veiligheid of Ecoutes Administratives waren slechts gebaseerd op de grondwettelijke bepaling, inhoudende dat de Overheid dient te waken over de veiligheid van het land en het territorium. Daarnaast bestond er de een Circulaire uit 1960, die tot 1982 niet openbaar was geweest. Door deze Circulaire werden de Ecoutes Administratives gecentraliseerd bij de Groupment Interministériel Controle (G.I.C.), onder toezicht van de 1ste Minister gebracht.[1] Ondanks het ontbreken van een wettelijke grondslag vonden er toch Ecoutes Administratives plaats.

Erg belangrijk binnen de wetsgeschiedenis van de Taps in het Kader van de Veiligheid waren de beslissingen in de EHRM-arresten van 24 april 1990.

Volgens het EHRM vormt het afluisteren of op andere wijze onderscheppen van telefoongesprekken een ernstige inmenging in het privéleven, en dient het daarom met bijzonder nauwkeurigheid in het nationaal recht te zijn geregeld. Volgens het Hof dienen deze regels duidelijk en gedetailleerd te zijn en voor de burger voorzienbaar, in het bijzonder nu de beschikbare technologie steeds verfijnder wordt (§33).[2]

Het Hof kwam tot het oordeel, dat het Franse strafprocesrecht niet voldeed aan deze eisen, aangezien er een regeling ontbrak met betrekking tot gevallen waarin afgeluisterd mag worden, de duur van het afluisteren, het bewaren van opnamen met het oog op beoordeling door de rechter en de verdediging, het wissen of vernietigen daarvan. 

De beslissingen van het EHRM in de arresten van 24 april 1990 hebben onmiddellijk een tweetal gevolgen gehad.[3]

  • Op 27 april 1990 adviseerde het Ministerie van Justitie bij Circulaire de Juges d’In-struction om de Straatsburger Jurisprudentie toe te passen. [4]
  • Op 15 mei 1990 werd door de Strafkamer van de Cour de Cassation in het arrest Baroudé [5] beslist, dat het afluisteren slechts geoorloofd was op bevel en onder toe-zicht van de rechter ten einde de daders te vinden. Het arrest gaf een indicatie omtrent de strafbare feiten ter zake waarvan de Tap was toegestaan. Herhaald werd de vaste jurisprudentieformule ‘des lors que cette faÇon de procéder, accomplie sans artifice ni stratagème, n’a pas eu pour résultat de compromettre les conditions d’exercice des droits de la défense.’ Bovendien mochten de transcripties van de gesprekken alleen worden gebruikt voor bewijs als de tegenspraak door de wederpartij mogelijk was geweest. [6]

De meerderheid van het Franse Parlement was overtuigd van de noodzaak van een wettelijke regeling, maar was alles behalve eensgezind ten aanzien van de reikwijdte van de wet. Hoewel de Ecoutes Administratives (Taps in het kader van de Veiligheid) een heet hangijzer vormden, bleef de toenmalige regering bij haar standpunt om alle taps in één regeling onder te brengen.            Zodoende kwam op 10 juli 1991 La Loi relative au secret des correspondances émises par la voie des télécommunications tot stand, die op 1 oktober 1991 inwerking trad.[7] In deze wet worden zowel de Ecoutes Judiciare als de Ecoutes Administratives geregeld.


[1] Le secret des écoutes fait parler de lui, op. cit.

[2] Interceptions des correspondances émises par la voie des télécommunications, op. cit., p. 2

[3] Interceptions des correspondances émises par la voie des télécommunications, op. cit., p. 2; Pradel, J., Droit Pénal, Tome II Procédure Pénale, op. cit., p. 362

[4] Interceptions des correspondances émises par la voie des télécommunications, op. cit., p. 2; Pradel, J., Droit Pénal, Tome II Procédure Pénale, op. cit., p. 362

[5] Cass. Crim. 15 mei 1990, Bull. Crim., nr. 193, D. 1990, IR 143, 3.

[6] Interceptions des correspondances émises par la voie des télécommunications, op. cit., p. 2; Pradel, J., Droit Pénal, Tome II Procédure Pénale, op. cit., p. 362

[7] Pradel, J., Droit Pénal, Tome II Procédure Pénale, op. cit., p. 362ev

Previous Story

De Nederlandse wetsgeschiedenis inzake het onderzoek van de telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten

Next Story

De Duitse wetsgeschiedenis inzake het onderzoek van de telecommunicatie door de Inlichtingen – en Veiligheidsdiensten

Latest from Counter Terrorism